Vijfde dag Gussewreis 2020

Wajera 2 (Exodus 6: 13-28)
Wajera betekent “En Hij verscheen” en wijst op het eerste belangrijke woord van deze weekportie. Hierin herinnert God Mozes eraan dat Hij verschenen is aan de aartsvaderen als God de Almachtige. Maar nog niet met de Naam waarin Hij zich nu aan Mozes bekend heeft gemaakt, namelijk “Ik ben erbij”!

Zo nabij dat Hij als het ware de pijn van de onderdrukking voelt en daarom Zijn volk zal gaan bevrijden. En hoezeer de Farao de arbeid verzwaard heeft en het volk daaronder lijdt en Mozes die verzwaring ook kwalijk neemt en daarom niet meer naar hem wil luisteren. God vaardigt hem opnieuw af voor deze menselijk gesproken onmogelijke situatie.

Iets daarvan proefden we toen we een bezoek brachten aan het dorpje Schycha, vele kilometers diep het land in waar we genodigd waren bij vier oudere vrouwen. Deze vier heetten ons welkom in hun kerk die de grootte van een huiskamer had en waar we voorafgaande aan de maaltijd een dienst hielden. Maandagmorgen houden deze vier wel vaker, samen met Elena, een huiskamerdienst. Al jaren zijn zij de enig overgeblevenen van de Lutherse gemeente in dit dorp. De jonge mensen zijn weggegaan, het platteland vergrijst en voor werk moet je naar Kaliningrad of Moskou. Maar zij houden vol, alle vier zijn ze rond de 70 jaar oud. Samen hebben we gelezen uit de brief aan Philadelfia (Openbaringen 3), waarin gesproken wordt van de kleine kracht van deze gemeente en de volharding, waarmee zij vasthouden aan het woord van God. Dat proefden wij ook hier, alle vier lazen ze gretig mee, luisterden intens en aan het slot gingen we staan, pakten elkaars hand vast en hebben samen gebeden. Een indrukwekkende eredienst op de maandagmorgen.

Daarna schikten ze de kamer voor de heerlijke maaltijd die zij hadden bereid. Allemaal producten van eigen bodem, biologisch verantwoord en buitengewoon smakelijk, tot en met het glaasje zelfgemaakte wijn toe. Jolanda zou wel een week langer willen blijven om deze manier van voedselbereiding zich eigen te maken. Na de maaltijd namen we afscheid, gaven deze vier vrouwen elk als dank en bemoediging een gift en dat verraste hen zo, dat ze gewoon vol schoten en ons omhelsden. En zoiets maakt dan ook ons blij, bescheiden ook en dankbaar.

Het volgende adres dat Elena had uitgekozen was een Armeens gezin en hier liepen ook vijf kinderen rond. De zakjes die Mevrouw Spiegelenberg gemaakt heeft en die we gevuld hadden met onder andere een pen en een bellenblaas kwamen hier goed van pas. Er woonden in dit dorp (Talpaki) nogal wat Armeense gezinnen die na de val van de Sovjet-Unie deze richting uitgekomen zijn en hier in dit ‘lege land’ werk konden vinden. In de woonkamer was ook een zieke oma van 85 die niet lang meer zou hebben te leven en met elkaar hebben we rond haar bed gebeden dat zij in vrede mocht heengaan en dat besloten met het “Onze Vader”, dat zij nog een beetje mee murmelde. Toen we weggingen mompelde ze nog ‘spasiba’ dat ‘dankjewel’ betekent. Ook dit was een mooi en goed samenzijn! Een moedig gezin dat erg sjofel behuisd was, maar veel vrolijkheid uitstraalde.

Vervolgens reden we naar het huis van Elena, dat tegelijk dienst doet als gemeentehuis en daar waren kinderen bijeen die samen met hun muzieklerares een half uurtje voor ons gemusiceerd en gezongen hebben. De muziekjuffrouw was erg enthousiast, wist veel uit de kinderen te halen en dit zevental genoot zichtbaar van hun concert. Ook hen hebben we wat gegeven van de zakjes van “Spiegeltje” en de muzieklerares wat geld om nieuwe instrumenten aan te schaffen dan wel oude te vervangen, zodat de lofzang uit de mond der kinderkens niet zal zwijgen, maar voortgezet mag worden.

Daarna werd ons een warme maaltijd aangeboden bij twee weduwen uit Bolsjana Poljana die hun best hadden gedaan alles voor ons bezoek aan hen in gereedheid te brengen. De tafel was gedekt, het eten stond erop, de soep (Borsj) werd direct opgediend en we hebben er een gezellig uurtje met elkaar doorgebracht en na afloop nog een bijbeltekst samen gelezen en besproken. Opvallend in alle gesprekken is dat zoveel mensen, vanuit zoveel gebieden in Rusland hier naartoe gekomen zijn: Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Armenië, Oekraïne, Wit-Rusland en andere streken en dat ieder zijn eigen vaak bewogen levensgeschiedenis heeft. Dat heeft ze vaak ook weerbaar en sterk gemaakt, waarbij de vrouwen overigens verre in de meerderheid zijn. Gods kerk drijft hier op vrouwen, die zich met liefde, inzet en talent inzetten voor wat hier nog over is.

De dagen verlopen snel en het was alweer half acht toen we hier wegreden, Elena thuis afgezet hebben en wij naar ons hotel terugkeerden. Heel grappig trouwens dat op de enige snelweg die het land doorkruist ons hotel een eigen afslag heeft: je keert er om en gaat direct daarna snel naar rechts om bij het hotel te komen.

En omdat we de hele dag gereden, gezeten en gegeten hadden, leek het André en mij goed nog even van het zwembad gebruik te maken en samen een heerlijke duik te nemen, een paar baantjes te trekken om – voor mij – de suikerspiegel weer een beetje op peil te krijgen. Naast ons was er maar één iemand in het zwembad, die telkens verschrikt opkeek en zich afwendde, wanneer André haar kant opkwam en met brede slagen het water hoog deed opspatten! Welk een reus bevindt zich hier in het zwembad, zag ik haar denken, terwijl ze van mijn bescheiden schoolslag totaal niet onder de indruk was. Hoe ook, het heeft ons heerlijk verkwikt in dit hotelcomplex, dat door één of ander Russische oligarch is gebouwd, die het niet erg schijnt te vinden dat er geen gasten zijn. Het had gewoon zijn liefde dit vervallen kasteel te renoveren.

Naast het zwembad is er ook nog een sauna, een conferentiezaal, een restaurant en staat er ook nog een vliegtuig, zodat hoge gasten er kunnen worden ingevlogen. Daarnaast is het volledig ommuurd en als je het ‘s morgens verlaat moet iemand de grendel van de poort schuiven om naar buiten te kunnen! Het zou me niet verbazen dat er in de toekomst hier nog eens een G7-top gehouden zou worden. Mocht dat zo zijn, dan kunnen wij zeggen dat wij het ooit voorverwarmd hebben.

Met hartelijke groet uit een altijd weer verrassend Rusland,

André en Jolanda van Laar
Kees Lavooij