Peter Witteveen 50 jaar kerkorganist en musicus

Op Nieuwjaarsmorgen 1 januari 1968 was het zover:  de 15-jarige Peter Witteveen speelde zijn eerste kerkdienst als organist in dienst van de Hervormde Gemeente te Emst. Zijn leermeester, Roelof Riphagen uit Oene, had op Oudejaarsavond 1967 zijn laatste dienst gespeeld en na 40 trouwe dienstjaren definitief afscheid genomen van de orgelbank. Vanaf nu stond de jonge Peter er alleen voor! Bij gebrek aan andere musici ter plaatse had hij van de kerkvoogden meteen al een ‘vaste’ aanstelling gekregen.  Voorwaar een verantwoordelijk job voor een tiener! Maar orgelspelen was z’n hobby en daar zette hij alles voor opzij. En elke zondag twee keer dienst!

De Psalmmelodieën en de (Enige) Gezangen waren geen probleem, Maar er was natuurlijk nog veel meer muziek. Dus ging Peter zich middels zelfstudie de muziek van de klassieke componisten eigen maken. Een jaar later werd hij al gevraagd om tijdens een kerstconcert het koor ‘De Lofstem’ in Emst te begeleiden en een orgelsolo te geven. Dat beviel blijkbaar goed, want weer een jaar later was hij inmiddels vaste begeleider en repetitor van twee gemengde koren.

Natuurlijk moest hij ondertussen ook nog naar de middelbare school, maar het lukte om dit alles te combineren. Hij behaalde z’n MEAO diploma CE (commerciële economie) en was dus eigenlijk voorbestemd om bij een bedrijf te gaan werken als in- of verkoper, of in een als administratieve functie. (Tijdens deze studie liep hij o.a. zes weken stage op het kantoor van de – toen nog in vol bedrijf zijnde – IJzergieterij Vulcanus!)

Maar voordat de keuze voor ‘werk’ gemaakt moest worden kwam eerst nog de militaire diensttijd. Omdat hij nu niet elke zondag thuis kon zijn, was er inmiddels naarstig naar een 2e organist gezocht – en gevonden – die voor hem de zondagse dienst kon waarnemen als de dienstplichtige op oefening was. Na een half jaar opleiding in Bussum werd (de inmiddels bevorderde) sergeant Witteveen geplaatst als foerier op de Legerplaats Nunspeet en kon hij van daaruit toch weer elke zondag in Emst zijn. In augustus 1973 zwaaide hij af en ging hij met groot verlof. Wat nu? Toch maar aan het werk op een kantoor? Peter trok de stoute schoenen aan en meldde zich aan als leerling van het Stedelijk Conservatorium te Zwolle.

Na een proefspel werd hij toegelaten tot de vooropleiding. Ondertussen volgde hij ook maar vast een opleiding tot ‘koorleider’. Want ook tijdens zijn diensttijd had hij zoveel mogelijk koorrepetities begeleid en af en toe al eens gedirigeerd. Dat laatste vond hij ook erg leuk om te doen, dus daar wilde hij wel verder mee. In 1975 behaalde hij het diploma ‘koorleider’ en inmiddels had hij ook al een ‘eigen’ koor:  de Chr. Gemengde Zangvereniging “Lofstem” te Wapenveld. (Hij zou er 30 jaar lang dirigent blijven!).

In 1976 – hij was toen 2e jaars student – werd hij gevraagd om als orgeldocent te komen werken bij de toenmalige Muziekschool N.O. Veluwe. Het muziekonderwijs in deze regio stond nog in de kinderschoenen, maar het leerlingaantal groeide gestaag. En er werd (toen nog!) veel ‘orgel’ gestudeerd. Uiteraard veelal thuis op een elektronisch orgel of harmonium.

Met een aanstelling als orgeldocent op zak, trouwde hij en ging wonen in Heerde. Hij bleef organist in Emst totdat hij – inmiddels afgestudeerd en 3 Conservatoriumdiploma’s rijker – in 1980 samen met collega Henk Noordman werd benoemd tot organist van de Grote of Johannes-kerk te Heerde als opvolger van Meindert de Jong die, om privé redenen, in Heerde afscheid had moeten nemen.

Naast z’n werkzaamheden als docent kwamen er ook meer koren op zijn pad. Allereerst het Hervormd Kerkkoor Heerde, gevolgd door het Apeldoorn Chr. Gemengd Koor en in 1985 het Sallands Vrouwenkoor. Zowel als organist als dirigent bleek Witteveen behoorlijk ‘honkvast’. Het kerkkoor leidde hij 17 jaar, het Vrouwenkoor 20 jaar en het ACGK bijna 25 jaar. En, zoals al eerder gememoreerd:  “Lofstem” Wapenveld verliet hij pas na 30 jaar in 2004.

Als organist organiseerde hij in de tachtiger jaren ‘zomeravondconcerten’ te Heerde, waarin zowel orgelconcerten als kooruitvoeringen werden geprogrammeerd. Van 1986 tot 1990 was hij dirigent van een samengesteld ‘Hollandkoor’ dat meedeed aan internationale kerkmuziekfestivals in Zwitserland, Duitsland en Engeland (Coventry). Hij componeerde voor die gelegenheid een aantal koorwerken die in Engeland werden uitgevoerd en werden begeleid door een Amerikaans pianisten duo. O.a. “Een Bedevaartslied naar Psalm 121” voor Gemengd Koor en piano quatre mains, uitgegeven bij Universal Songs/Unisong te Hilversum. Dat componeren en arrangeren deed hij overigens al vanaf het moment dat hij koren begeleidde of zelf dirigeerde. Zo schreef hij o.a. muziek voor het “Arpeggio Trio” (Hobo, Fluit en Harp), actief in de jaren ‘80 en ‘90; de gebroeders Brouwer (trompet), en arrangeerde hij orkestmuziek voor de Evangelische Omroep.

Een aantal van zijn meest geliefde composities is te beluisteren op de CD “Quatre Mains”, uitgegeven ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum van het maandblad “Terdege” (in 1989) en vertolkt door zijn collega’s Peter Eilander en Herman Riphagen. Ook de huidige generatie pianisten en organisten (Magré, van Vliet, Zonnenberg) speelt ze nog regelmatig. Witteveen schrijft nog steeds muziek ‘op maat’, vooral voor zijn eigen koren en de cantorij.

Nadat hij in 1987 een zomercursus “Gehrels” had gevolgd, kon hij ook aan de slag als AMV docent (Algemene Muzikale Vorming). Voor de muziekschool werkte hij dat uit als een cursus “Muzikale Basisvorming” (MuBaVo), een groepsles voor 7/8-jarigen, die daarmee op een speelse manier kennis maakten met ‘muziek’.  Toen in 1990 de Streekmuziekschool ophield te bestaan, bleef hij deze lessen nog een poosje geven voor zowel ‘Mamuze’ (in Epe) als de Stichting Muziekonderwijs in Heerde. In 1991 werd hij aangesteld als Hoofd van de afdeling Muziek van deze Stichting en koos hij definitief voor Heerde.

De jaren 1998 en 1999 waren privé moeilijke jaren. Zijn huwelijk strandde, en dit gegeven zorgde voor veel verdriet, onrust en een onzekere toekomst. Zijn drie kinderen én de muziek hielpen Peter echter overeind te blijven en ook weer vooruit te kijken. Ook zijn koren lieten hem niet los.

In 2000 werd Annemarieke Patijn zijn nieuwe levenspartner en kwamen ze samen in Vaassen wonen. Toen de kerkenraad van de Dorpskerk er lucht van kreeg dat er aan de Grotenkampstede een organist was komen wonen, stond daar al spoedig een kerkrentmeester op de stoep. ‘Kom over en help ons’!  En zo geschiedde: met ingang van april 2000 werd  Peter Witteveen als organist verbonden aan de Hervormde gemeente van Vaassen. Annemarieke deed belijdenis bij ds. Han van Osch en werd ook lidmaat van deze kerk. In 2003 trouwden ze in de Grote Kerk te Apeldoorn. (De Dorpskerk in Vaassen zou te klein geweest zijn: naast alle wederzijdse familie en vrienden waren er ook nog 5 koren bij aanwezig).

Eind augustus 2005 werd Peter – zonder zich daar op dat moment van bewust te zijn – thuis getroffen door een hersenbloeding. Omdat hij (daardoor) nogal hard was gevallen, dacht men aanvankelijk aan een hersenschudding. Na een dag en een nacht vol pijn werd hij pas 28 uur later naar het ziekenhuis vervoerd. Daar werd vastgesteld dat hij een hersenbloeding had gehad. Een bloeding, die blijkbaar ook weer spontaan was gestopt. Anders had hij nu niet meer geleefd volgens de dienstdoende neuroloog. Weer zo’n moment waarop alles lijkt stil te staan en de betrekkelijkheid van het leven wordt ervaren.

Na 14 dagen in het ziekenhuis is hij lichamelijk al weer heel wat mans, maar hij blijkt (aan de val of aan de bloeding – de artsen weten het niet) toch een nare handicap te hebben opgelopen:  met z’n rechteroor hoort hij helemaal niets meer! En daar blijkt – voorlopig althans – niets meer aan te doen. Een verschrikkelijke ervaring voor een musicus! Vanwege dit gehoorprobleem is Peter minstens een half jaar ‘ziek thuis’. Uiteindelijk brengt de afdeling audiologie van het Radboud MC te Nijmegen uitkomst door hem een speciaal hoortoestel aan te meten. Sindsdien speelt hij weer orgel en leidt hij weer koorrepetities. (En volgens de koorleden “hoort hij alles nog beter dan vóór die tijd”…!)

In 2010 verhuizen Peter en Annemarieke naar Emst en daar wordt Benjamin (Peter Quintus) geboren. Gedrieën blijven ze verbonden aan de Hervormde gemeente van de Protestantse Gemeente i.w. te Vaassen.

Afgelopen jaar heeft Peter, vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, in Heerde afscheid genomen van de Muziekschool (thans ‘Cultuurplein Noord Veluwe’) na 41 jaren als orgel- en pianodocent werkzaam te zijn geweest, waarvan de laatste 26 jaren tevens als hoofd van de afdeling Muziek. Maar als organist is hij nog steeds actief; hij is ’s zondags vaak te horen op het orgel van de Dorpskerk. En zolang de gezondheid het toelaat hoopt hij te blijven fungeren als dirigent. Naast de Cantorij leidt hij op dit moment gemengde koren in Hierden en Wezep, een vrouwenkoor in Epe en het mannen-ensemble ‘Musicum Amicis’ te Emst.