Vijfde dag van de Gussewreis

In dit hotel in Gvardyeysk (om je tong over te breken) hebben we geen ontbijt besteld, zodat we ’s morgens eerst naar een bakkertje lopen. Daar kopen we wat en gaan dan naar een koffiehuis gaan om het daar op te peuzelen. Twee met chocolade gevulde croissantjes was zelfs Anneke (die gek is op chocola) echter teveel, maar Harm genoot met volle teugen van een warm gemaakte sandwich. 

Het was helder vriezend weer en buiten gekomen maakten we een wandelingetje over het leuke centrale plein van deze stad met een groot oorlogsmonument in het midden ervan. Om 9.00 uur kwam Elena en gingen we boodschappen doen voor een vijftal families die we vandaag zouden bezoeken. Omdat de roebeltjes bijna op waren, heb ik ouderwets op de zwarte markt nog wat euro’s gewisseld (1 euro=75 roebel).

Daarna bezochten we een gezin dat in een 200 jaar oud Duits huis woonde en die dag wachtte op een gasaansluiting. Ze woonden boven en we moesten een trap op die langs vele bedradingen liep. Ook geurde het sterk naar kattepies. De echtgenoot bleek erg handig en maakte allerlei dieren van hout, die o.a. in zijn tuin waren opgesteld. Ook kerstversieringen maken was een bijverdienste van hem. Daarmee kon hij de gasaansluiting bekostigen.

Het volgende gezin woonde in een ander stadje en de koffie die we er dronken bevond zich in een keuken die op sauna-warmte met hout gestookt was (Ed Nijpels is hier hard nodig om de energiehuishouding in rechte banen te leiden en toekomstbestendig te maken). Na enige tijd kwam de dochter van de vrouw binnen en vertelde dat zij als kokkin in Kaliningrad werkte en elke morgen om 5.00 uur met de bus mee moest. Ze maakte weken van 42 uur en verdiende 15.000 roebel per maand (jullie kunnen het nu zelf uitrekenen wat dat in euros is). 

Het volgende gezin woonde ver buitenaf en daar was ook het gemak buiten opgesteld. Overigens waren alle bezochte mensen erg vriendelijk en hartelijk en wij vonden het fijn dat we bij ze op bezoek waren, want hiervoor zijn we toch gekomen. Ook werden de gezinnen door Elena hartelijk uitgenodigd morgenavond naar de dienst te komen. 

Omdat er ’s middags een klein orgelconcert gegeven werd in de Domkerk van Kaliningrad  (ons was in Gussew al aangeraden daar naartoe te gaan) hebben we van de gelegenheid gebruikt gemaakt er naartoe te rijden en inderdaad was het de moeite waard deze Kerk en dit prachtige orgel te zien en te horen. Opvallend veel kinderen bevonden zich in de kerk, kennelijk is dit bij de Russen onderdeel van de opvoeding.
Daarna in de toren van een oude Molen aan de Pregel een kopje koffie gedronken, van het uitzicht over de stad genoten en toen weer teruggekeerd naar de dorpen.

’s Avonds waren we te gast bij de voorzitster van de kerkenraad. Zij heeft drie kinderen (waaronder een baby van 7 maanden) en ook haar moeder woont bij haar in. Twee van haar drie kinderen zitten op het kerkkoor dat we even daarvoor in het huis van Elena beneden hadden horen zingen. Ook deze mensen hadden hun wortels in Kazachstan. Vele Wolga-Duitsers (door Catharina de Grote uitgenodigd daar te komen wonen en werken) zijn naar Kazachstan gedeporteerd toen in 1941 Duitsland Rusland de oorlog verklaar-de. Uit angst voor collaboratie had Stalin hen op karren, getrokken door paarden, op transport gezet (bedenk wel dat het om een paar duizend kilometers ging). In de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn deze Kazachstaanse Duitsers, om maar zo dicht als maar mogelijk bij Duitsland te zijn, naar deze provincie vertrokken en hebben daardoor de Lutherse kerk in dit oude Pruissische land weer wat nieuw leven ingeblazen. Ooit stonden hier 331 Evangelisch-Lutherse kerken, nu zie je meestal ruïnes staan.

Na een heerlijke maaltijd – eigen produkten als tomaten en paddestoelen – hebben we Elena thuisgebracht en zijn ook wij weer huiswaarts gekeerd. Ofschoon zonnig begonnen is het gaandeweg steeds grijzer geworden met af en toe een sneeuwbui, maar echt koud schijnt het pas vannacht te worden (-10). Morgen hopen we nog een aantal families thuis te gaan bezoeken.

Iedereen morgen een goede afscheidsdienst van Jaap Snijder toegewenst: ons aller beheerder van De Rank, door mij altijd ‘de directeur’ genoemd!